Ambulante begeleiding

Leerlingen met kind-eigen problematiek op het gebied van gedrag of gezondheid kunnen ondersteuning krijgen van een ambulant begeleider. Deze is als expert betrokken bij de begeleiding van de leerling en geeft sturing aan het opstellen, uitvoeren en evalueren van een individueel ontwikkelingsplan (iop) in overleg met de mentor en de zorgcoördinator. De ambulante begeleiding wordt, waar nodig, in samenwerking met externe diensten geboden.

Het doel is om de leerling zo goed mogelijk van het onderwijs te laten profiteren. Het gaat daarbij om het vinden van een balans tussen de eisen van het onderwijs, de sociale omgeving en maatschappij enerzijds en de mogelijkheden van het kind anderzijds. Er kan sprake zijn van daadwerkelijke begeleiding van de leerling, maar ook van advisering en ondersteuning van de mentor, de vakdocenten of de ouders.

Buddyleerling

Een leerling kan gekoppeld worden aan een andere leerling (buddy) voor extra steun bij de dagelijkse schoolse zaken in de klas. Bijvoorbeeld iemand in een rolstoel, wiens tas gedragen wordt door de buddyleerling.

Dyslexie

Voor leerlingen met dyslexie kunnen aanpassingen gelden in de klas, zoals langere tijd voor toetsen, gebruik van de laptop of het minder zwaar mee laten tellen van spelfouten. Een dyslexiebegeleider coacht deze leerlingen om zo goed mogelijk om te gaan met hun dyslexie. Onder bepaalde voorwaarden kan een leerling met dyslexie vrijstelling voor een vak krijgen (dispensatie) of een aangepast programma binnen het vak (compensatie). Download: Dyslexiebegeleiding op het Calvijn.

Leerlingen die met duidelijke kenmerken van dyslexie uit het basisonderwijs komen en voor wie daar geen verklaring van kon worden verkregen, worden in klas 1 gescreend op dyslexie door een extern bureau (na instemming van de ouders).

Extra uitdaging

Op iedere locatie bieden we leerlingen mogelijkheden om te excelleren. Op diverse locaties kunnen de leerlingen meedoen aan plusprojecten. Ook is er de mogelijkheid om begaafdheidscoaching te krijgen. Leerlingen in klas 1 stream 1 worden gescreend op begaafdheid. Hierna kunnen uitdagende opdrachten of extra leerstof verstrekt worden (eventueel buiten de klas).

Gezond gedrag

Elke leerling krijgt tijdens zijn of haar schoolloopbaan voorlichting over gezond gedrag. Dit komt aan de orde tijdens de lessen en jaarlijkse themadagen.

Huiswerkbegeleiding

Op school zijn plaatsen waar de leerling in stilte het huiswerk kan maken. Indien nodig is er huiswerkbegeleiding, onder toezicht van een onderwijsassistent of docent. Ook is er motorische remedial teaching mogelijk op locatie Krabbendijke Kerkpolder, na advies van de gymdocenten.

Integratiegroep en onderwijsassistentie

Er is een integratiegroep voor leerlingen die de normale lessen volgen, maar niet optimaal binnen de reguliere klas functioneren. Dit zijn bijvoorbeeld leerlingen die meer structuur of rust nodig hebben, gedragsproblemen hebben of gebaat zijn bij begeleiding op maat buiten de klas. De leerlingbegeleiders kunnen deze leerlingen individueel of in groepjes begeleiden, en er is de mogelijkheid van pauze-opvang en time-out. Deze vorm van begeleiding kan worden ingezet tot maximaal 50% van de onderwijstijd.

Leerling Voor Jou (locatie Goes Klein Frankrijk)

Lvj staat voor Leerling Voor Jou. Leerlingen vanaf de vierde klas kunnen in aanmerking komen om Lvj’er te worden. Lvj is ontstaan vanuit de gedachte dat leerlingen er voor elkaar zijn en medeleerlingen laagdrempelig hulp kunnen zoeken. Lvj’ers zetten zich in als vertrouwensleerling voor andere leerlingen door actief naar hen te luisteren en gerichte hulp te bieden die past bij het niveau van de betreffende lvj’er. Ook zetten ze zich in om problemen en conflicten tussen leerlingen te helpen verminderen. Het functioneren als lvj’er staat onder begeleiding en verantwoordelijkheid van de vertrouwensmentoren.

Er zijn twee lvj-groepen actief. Eén in de bovenbouw en één in de onderbouw.

Onderbouw-lvj
In de onderbouw zijn aan elke brugklas twee lvj’ers gekoppeld. Zij zorgen ervoor dat de brugklassers vanaf dag 1 opgevangen worden, gaan mee op brugklaskamp en komen gemiddeld één keer per twee weken in hun klas. Op deze manier voelen brugklassers zich snel thuis in de hectiek van onze school en kunnen ze bij vragen terugvallen op een ervaren leerling.

Bovenbouw-lvj
Er is ook een lvj-groep voor de bovenbouw (klas 3 t/m 6). Zij signaleren vooral, hebben geregeld bijeenkomsten/intervisies onder leiding van een vertrouwensmentor, leggen zelf contact met mentor, enz. Altijd met medeweten van de coachende vertrouwensmentor.

Lvj’er worden
Wanneer een leerling interesse heeft om lvj’er te worden, dan kan hij of zij solliciteren tijdens de jaarlijkse sollicitatieronde. Voorafgaand is er een informatiebijeenkomst. Vertrouwensmentoren, mentor en teamleider overleggen over de sociale vaardigheden die de leerling bezit om andere leerlingen te helpen. Ze bekijken ook of de extra tijd die het lvj’er-zijn vraagt niet ten koste zal gaan van de resultaten op school. Het lvj’er zijn kost tijd, omdat lvj’ers zich inzetten om naar andere leerlingen te luisteren en onder begeleiding van een vertrouwensmentor acties te ondernemen om hulp te bieden. Daarnaast ontvangen lvj’ers gedurende het jaar een aantal trainingen.

Loopbaanbegeleiding

De decaan of loopbaanbegeleider geeft voorlichting over het vervolgonderwijs en beroepen. Regelmatig organiseren de decanen/loopbaanbegeleiders een voorlichtingsavond voor ouders. Zij proberen de leerling tot een verantwoorde vakkenpakket- en vervolgschoolkeuze te brengen. Natuurlijk blijft de uiteindelijke verantwoordelijkheid voor een keuze bij de ouders en de leerling. De meeste lessen rond keuzebegeleiding worden gegeven door de mentor en/of docenten (osb/lob/technologie/pso).

Leerlingen hebben minstens één keer een gesprek met de decaan/loopbaanbegeleider over hun keuze na de middelbare school, maar kunnen op aanvraag meerdere gesprekken krijgen. Ook de mentor kan gesprekken voeren met leerlingen over hun keuze.

Mentoraat

De mentor is de eerste contactpersoon van ouders, leerlingen en vakdocenten als er vragen zijn over het functioneren van een leerling op school. De mentor voert tenminste één keer per jaar een individueel gesprek met zijn leerlingen. De mentor van een eerste klas gaat op bezoek bij de ouders (soms alleen bij het oudste kind). Elke mentor houdt jaarlijks contact met de ouders bij contactavonden of via andere communicatiemiddelen.

Leerlingen met een specifieke zorgbehoefte, die boven de taak van de mentor uitgaat, kan een zorgmentor toegewezen krijgen.

Trainingen

We bieden verschillende trainingen aan. Voor alle trainingen geldt dat ouders en betrokken personeelsleden worden geïnformeerd over de (aard van de) training.

Faalangstreductietraining
Leerlingen met faalangst kunnen deelnemen aan groepstrainingen over faalangst.

Sociale vaardigheidstraining
Onderbouwleerlingen kunnen een groepstraining volgen om sociale vaardigheden te verbeteren.

Examenvreesreductietraining (niet op de locaties Krabbendijke Kerkpolder en Middelburg)
Leerlingen uit examenklassen kunnen een training volgen. Deze training start na de eerste toetsperiode.

Externe trainingen
Het kan voorkomen dat er op school trainingen worden verzorgd door een externe organisatie over onderwerpen als rouw, scheiding of de overstap van basis- naar voortgezet onderwijs. Bijvoorbeeld door Indigo, MEE Zeeland, Eleos of De Vluchtheuvel.

Vertrouwensmentor

Op elke locatie zijn docenten aangesteld als vertrouwensmentor. Ouders en leerlingen kunnen bij hen terecht voor een gesprek over zorgen van sociaal-emotionele aard of bij psychosociale problemen. Zij vormen de link tussen de deskundigen en de vakdocenten/mentoren.